Interview met Linda le Grand van Kennisnet

Licentie

De IIO Experimenten-regeling loopt in 1 januari 2015 ten einde. Dit betekent niet dat de ingezette ontwikkelingen en geleerde lessen en opbrengsten hiermee zullen stoppen, integendeel!

We zijn hard bezig al deze opbrengsten te verspreiden en onder te brengen bij andere partijen in het onderwijsveld. Zo zijn alle ontwikkelde e-klassen, ruim 1200 slu in totaal, onder gebracht bij Wikiwijs. Deze zijn gemetadateerd dat het ‘in stukjes knippen’ en aanpassen van onderdelen voor ieders eigen lespraktijk gemakkelijk wordt. Tijd om bij te praten met Linda le Grand van Kennisnet, verantwoordelijk voor Wikiwijs.

Of je nu digitaal werkt of niet, het nog steeds cruciaal dat de docent met passie voor de klas staat.

Waar houd jij je mee bezig vanuit Kennisnet en op welke manier ben je betrokken geraakt bij IIO?

Ik ben voornamelijk bezig met Wikiwijs; dat is een applicatie met verschillende onderdelen, zoals een zoekportaal, gevuld met uploads van verschillende mensen. Die uploads kunnen bestaan uit een website, of bestanden, die geschikt zijn voor gebruik in het onderwijs. Daarnaast ben ik bezig met Wikwijs Maken, waar digitaal lesmateriaal kan worden gemaakt en gearrangeerd. Dit materiaal kan dan weer door andere docenten worden gevonden, gekopieerd en aangepast.

Dat is ook reden dat ik met Cor de Beurs en de e-klassen in aanraking ben gekomen. Hij heeft ervoor gepleit dat het materiaal dat tot stand is gekomen vanuit subsidie, niet alleen voor betrokkenen beschikbaar moet zijn, maar voor het hele onderwijs. Belangrijk daarbij was dat docenten het materiaal naar eigen behoeften kunnen arrangeren en inhoudelijk aanpassen. Dat is in Wikiwijs eenvoudig mogelijk en sluit naadloos aan bij de doelstellingen van Kennisnet.  Docenten moeten zelf lessen kunnen ontwerpen.

Kun je in het kort vertellen over de samenwerking tussen het experiment E-klas & PAL-student en Wikiwijs, en wat er precies is ontwikkeld in de e-klassen?

Vanuit het experiment zijn 29 modules van ongeveer 40 studielasturen ontwikkeld voor NLT, biologie, natuurkunde, scheikunde, wiskunde D en informatica waarmee leerlingen uit de bovenbouw havo/vwo online op een uitdagende manier aan de slag kunnen. In deze samenwerking is al dit materiaal geschikt gemaakt voor gebruik in Wikiwijs en ook gemetadateerd. Daardoor is het materiaal open, aanpasbaar en kunnen scholen het ook in de eigen ELO van de school zetten.

Hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen?

We hebben al het lesmateriaal verzameld en handmatig overgebouwd in Wikiwijs Maken. Zo is al het materiaal vindbaar gemaakt in Wikiwijs. In dit portaal zijn tevens gebruikershandleidingen voor arrangeren en het aanpassen digitaal lesmateriaal opgenomen. Daarmee staat alles nu in één systeem, waardoor het onderhoud en actualisatie van de modules veel eenvoudiger is geworden. Het heeft een jaar geduurd om dit met de hand uit te voeren.

Wat betekent dit voor leraren?

Het is een enorme opstap: de 29 beschikbare modules kun je direct gebruiken, maar ook aanpassen en op maat maken voor je eigen methode en leerlingen. Het zijn complete lessen, die ook al getest zijn in de klas. Je kunt er zo mee aan de gang!

Wat betekent dit voor leerlingen?

Veel meer mogelijkheden voor meer gepersonaliseerd leren en rijkere instructievormen. Het hangt er wel vanaf van hoe er in de klas mee omgegaan wordt. Of je nu digitaal werkt of niet, het nog steeds cruciaal dat de docent met passie voor de klas staat. Als docent moet je een werkvorm waarmee leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen, inbedden in je les, en nadenken over hoe je het wil gebruiken. Ook moet je nadenken hoe je ondersteuning biedt, welke stof je klassikaal en welke je zelfstandig wilt behandelen, hoe je wilt differentiëren, etcetera.

Persoonlijk denk ik dat je verliest aan werkvormen en afwisseling, als je zegt: zelfstandig werken betekent dat leerlingen voortaan alles alleen doen. Het is natuurlijk fantastisch dat onderwijs meer onafhankelijk wordt van tijd en plaats, maar op het moment dat je wel bij elkaar zit in de klas, moet je de mogelijkheden daarvan uitputten. Er is een oneindig aantal mogelijkheden, maar het is wel belangrijk om erover na te denken.

Wat betekent dit voor het vormgeven van onderwijs, als deze ontwikkeling doorgaat?

Er ontstaat een heel stuk extra flexibiliteit. En wat mijn persoonlijke droom is, is dat je op een persoonlijkere manier leerlingen lesstof kunt aanbieden, meer differentiëren, bijvoorbeeld naar tempo, maar ook naar niveau of interesse. Daarnaast hoop ik ook dat leraren geïnspireerd raken en zeggen, ik ga met mijn sectie een speciaal onderdeel ontwikkelen, die weer extra mogelijkheden voor mijn leerlingen biedt. Zo kun je bijvoorbeeld zorgen dat leerlingen op elk niveau een succesbeleving kunnen ervaren. Dat zou geweldig zijn als dat zou kunnen.

Meer weten over de e-klassen in Wikiwijs en zelf aan de slag? Kijk op https://eklassen.wikiwijs.nl/

De Innovatiebrigadiers

Michael Idema

Michael Idema

School: OSG West-Friesland AtlascollegeSchoolprofiel: VOPlaats: HoornIk ben voortdurend bezig met het zoeken naar nieuwe vormen van onderwijs, waarbij het bevorderen van het leerplezier en leerprestaties bij… Lees verder
Maartje Hoeben

Maartje Hoeben

School: LVO Het KwadrantSchoolprofiel: VOPlaats: WeertIk houd me bezig met het invoeren van Big Picture Learning in de bovenbouw van het VMBO. Big Picture Learning is een gedachte, ontstaan in… Lees verder
Karin van Zutphen

Karin van Zutphen

School: Wittering.nlSchoolprofiel: POPlaats: RosmalenSinds maart 2014 schoolleider van Wittering.nl te Rosmalen. Daarvoor schoolleider van een andere Slim Fit school, Basisschool De Masten.… Lees verder
Irene Westeneng

Irene Westeneng

School: 'T Speel-KwartierSchoolprofiel: POPlaats: Veenendaal  Kindgericht onderwijs wat behapbaar is voor leerkrachten! Hoe maak jij het verschil in het onderwijs?  Wat moet blijven, wat moet… Lees verder