Algemene tips voor onderwijsinnovatie
Innovatiestrategieen in het onderwijs
- Datum27 mei 2015
Naast de concrete tips over de 5 IIO-experimenten, kunnen we ook wat vertellen over onderwijsinnovatie in het algemeen.
Wanneer wordt verandering makkelijker?
De mate en snelheid waarmee mensen bereid zijn een innovatieproces te doorlopen houdt verband met een aantal factoren:
- ✔ Voordeel; is het beter dan wat we hadden?
- ✔ Verenigbaarheid; past het bij waarden, ervaringen en behoeften?
- ✔ Complexiteit; is het makkelijk te gebruiken en de begrijpen?
- ✔ Beproefbaarheid; kunnen we het eerst proberen en ermee spelen?
- ✔ Observeerbaarheid; kunnen we zien wat het resultaat zal zijn?
Als deze vragen met ‘ja’ beantwoord kunnen worden dan zal de vernieuwing of verandering eerder omarmd worden.
Hoe organiseer je verandering ‘van onderaf’?
Bij verandering ‘van onderaf’ die op en door scholen zelf plaatsvindt zijn de volgende aandachtspunten van belang:
- ✔ Geef in eerste instantie ruimte en geen vaste kaders om tot een nieuw concept of idee te komen
- ✔ Neem daarbij de schoolsituatie als uitgangspunt
- ✔ De volgende stap is om, wanneer er een nieuw concept of plan klaar ligt, de kaders wat in te perken en scholen een schoolspecifiek projectplan te laten schrijven, toegespitst op de eigen situatie. Neem hier voldoende tijd voor.
- ✔ Houd ruimte voor verandering en vernieuwing, het projectplan moet niet leidend zijn, de inhoud en gewenste uitkomsten wel.
- ✔ Zorg dat de lokale projectplannen aansluiten bij waar de school reeds mee bezig is (beleid, andere projecten, schoolcultuur etc).
- ✔ Als je wil dat er kennis en ervaring uitgewisseld wordt tussen scholen, dan moet dit (van buitenaf) georganiseerd worden. Gezamenlijke kennisontwikkeling gebeurt niet vanzelf, houdt hier vanaf het begin van de planvorming rekening mee.
Wat kan een bestuurder doen bij onderwijsvernieuwing?
Ingrijpende veranderingsprocessen vragen op een integrale aanpak op alle niveaus. De rol van de schoolleider en bestuurder is daarbij van cruciaal belang:
- ✔ Het veranderproces moet zijn ingebed in de langetermijnvisie en de bredere strategische agenda van de school, denk daarbij ook aan het opnemen van aspecten van de innovatie in kwaiteitszorgsystemen.
- ✔ Het primaire proces (het onderwijs), het secundaire proces (de organisatie van het onderwijs met o.a. roostering, lokalen, personeelsbeleid) en het tertiaire proces (organisatiestructuur en bestuur) moeten met elkaar in lijn zijn.
- ✔ Borg binnen lokale innovatieprojecten de betrokkenheid en het commitment van de schoolleiding en creëer tegelijkertijd ruimt voor het leiderschap van leraren.
- ✔ Besteed aandacht aan de betekenis en relevantie van de innovatie voor verschillende stakeholders binnen de school. Investeer daarbij expliciet in betrokkenheid van ouders en leerlingen.
- ✔ Investeer in de ontwikkeling van een lokale innovatietheorie en in het innovatierepertoire binnen de school, zowel voor schoolleiders als leraren, door bijvoorbeeld door middel van formele scholingstrajecten aandacht te besteden aan de ontwikkeling van kennis en inzichten over organisatieprocessen, innovatieaanpakken en implementatiedynamiek
- ✔ Gebruik ervaringen met innovatieprojecten om de lokale innovatietheorie te voeden en creëer daarmee een schoolcultuur die gekenmerkt wordt door duurzaam en lerend vernieuwen.
Hoe ga ik met onzekerheid om?
Innovatieprocessen zijn per definitie onzeker en moeilijk voorspelbaar. Dit betekent dat er onverwachte problemen en obstakels kunnen opduiken, maar ook verrassende uitkomsten kunnen opdoemen. Houd daarom rekening met het volgende:
- ✔ De omgeving en context van het project kunnen veranderen gedurende de looptijd
- ✔ Houd het innovatieproces open en flexibel zodat je makkelijk kan aanpassen
- ✔ Blijf constant reflecteren op de veranderdoelen en het veranderproces
- ✔ Vooral ontwikkelingen rondom ict zijn voortdurend aan verandering onderhevig, probeer daarom niet te afhankelijk te worden van 1 device, software of tool, maar vooral een ict-omgeving te creëren die flexibel is.