- Datum2 december 2013
Sinds een aantal weken mag ik me Innovatiebrigadier noemen. Sterker nog, ik heb een heus certificaat ontvangen. En stiekem ben ik er heel trots op. Niet zozeer op het certificaat of de titel ‘Brigadier’ (dat klinkt leuk, maar het is ook wel schrikken om eens synoniemen op te zoeken). Veel meer ben ik trots op mijn leerervaring die de opleiding en het zijn van Innovatiebrigadier me opgeleverd heeft en nog steeds oplevert.
Joost TimmermansProjectleider Pontes Scholengroep, Innovatiebrigadier
Ervaring met Onderwijsteams
Een korte geschiedenis: Mijn school werkt met Onderwijsteams. Een klein, vast, energiek clubje docenten en onderwijsassistenten die een flinke club leerlingen begeleidt tijdens hun schoolloopbaan. Een docent kan zich focussen op waar hij goed in is. Onderwijsassistenten pakken administratieve taken op, en de onderwijsondersteuner helpt bij herhaalde instructie of een pedagogisch gesprek met een individuele leerling.
ICT als belangrijk onderdeel van de leeromgeving, ondersteunt dit. Het woord ‘energiek’ hierboven heb ik opzettelijk gekozen. Dit is één van de positieve aspecten van het werken in Onderwijsteams waarbij iedere professional in zijn kracht wordt gezet. De teams op het Goese Lyceum locatie Bergweg zijn energiek!
De Innovatiebrigade-opleiding
Als projectleider binnen IIO had ik de kans om de opleiding te volgen tot Innovatiebrigadier. Het doel is om andere scholen te helpen met innovatievraagstukken: een complex en spannend traject waar altijd ‘gedoe’ ontstaat. Joop Swieringa en Jacqueline Jansen hebben daar een prachtig boek(je) over geschreven: ‘Gedoe komt er toch’. De opleiding bestaat, in mijn beleving, uit drie poten:
• Theorie: bijvoorbeeld met ‘Gedoe komt er toch’, of door middel van het aanreiken van methodieken als ‘Open Space’ of ‘World Café’.
• Leren van en met elkaar: drie bijeenkomsten met inspirerende collega’s, waarbij je jezelf en je ervaringen presenteerde.
• Praktijk: aan de slag als Brigadier.
Open Space in de praktijk
De methodiek ‘Open Space’ raakte mij persoonlijk. Op de weg terug naar huis van een opleidingsmiddag wist ik dat dit op mijn locatie een passende activiteit zou zijn voor een al geplande studiedag. Zo gezegd, zo gedaan. Samen met zestig collega’s hebben we over ‘echte’ onderwerpen gesproken in een informele sfeer. Resultaat is nu dat er een vijftal werkgroepen zijn geformeerd die met een concrete opdracht aan de slag zijn.
Als spin-off vroeg het College van Bestuur me of ik dezelfde methodiek wilde uitvoeren tijdens de eerste scholengroep-brede studiedag. Vanzelfsprekend…?! Dus op 17 september jl. waren 350 personeelsleden van de Pontes Scholengroep uit Zierikzee en Goes met elkaar in debat en ervaringen aan het uitwisselen over ‘echte’ onderwerpen. De voorzitter van het CvB heeft in de terugkoppeling aan het personeel gemeld dat zij de eerstvolgende vergadering slechts één agendapunt heeft: de uitkomsten van de ‘Open Space’. Daarnaast wordt de scholengroep-brede studiedag jaarlijks vast op de agenda gezet. Misschien vraag ik volgend schooljaar mijn collega-Innovatiebrigadiers wel om ons te helpen met onze innovatie.
Daadwerkelijke verandering
Wat dit schooljaar in ieder geval nog gaat gebeuren is dat een Innovatiebrigade een bezoek brengt aan één team in mijn school. Dit Onderwijsteam heeft twee vragen geformuleerd: Wat is onze blinde vlek op de werkvloer? Hoe creëer je rust in een groep van 32 leerlingen? Hier willen ze graag feedback op van collega’s met een positieve, open en kritische blik. Verder gaan we als Innovatiebrigadiers door met leren. We hebben een intervisieclub opgericht, waarbij naast aandacht voor casuïstiek ook verdieping op een bepaald thema aan bod komt. Daarnaast hoop ik als Brigadier de komende tijd van dienst te kunnen zijn bij innovaties bij andere scholen, wat voor ons beiden een uitdaging zal zijn.
Joost Timmermans
Projectleider Pontes Scholengroep, Zierikzee/Goes
Deelnemer van de eerste Innovatiebrigade-opleiding