Interview Siem van Limpt
- Datum16 september 2013
Siem van Limpt is vorig jaar actief geweest als PAL-student op het Pius-X College in Bladel. Hier heeft hij een jaar meegedraaid in het E-klas & PAL-student Experiment. Wij spraken hem over zijn ervaringen.
Wat was het effect van jouw ondersteuning op de docent?
‘Ik denk dat de leraar veel minder nakijkwerk had, omdat ik dat veel deed. Dit was zeker een tijdsbesparing voor de docent. Ik maakte per leerling een excel-bestandje met feedback op het gemaakte werk, met daarin opmerkingen waar de leerling op zou moeten letten. Dit kon de docent dan met de leerling bespreken. De samenwerking met docenten verliep eigenlijk heel goed.’
Docenten kunnen de tijd die ze over hebben door de inzet van een PAL-student, bijvoorbeeld besteden aan leerlingen die achterlopen. Het project ‘E-klas & PAL-student’ is gericht op de trend dat er voor bepaalde vakken steeds minder docenten zijn. Zo zou een docent in dezelfde tijd veel meer klassen kunnen hebben.’
Wat vonden de leerlingen van het werken met E-klassen?
‘Leerlingen vonden het heel leuk om iets digitaals te doen. Ze weten hoe ze snel, misschien zelfs wel sneller dan de docent, iets op internet moeten opzoeken als ze iets niet begrijpen. Tijdens een E-klas hebben ze hier de mogelijkheid voor, terwijl ze dit na de les misschien niet meer zouden doen. Hier zit dus een toegevoegde waarde. Toch denk ik dat er nog wel wat verbeterpunten zijn, met name problemen met uploaden zouden voorkomen kunnen worden als leerlingen dit in de digitale omgeving van de E-klas kunnen doen.’
Heb je een tip voor toekomstige PAL-studenten?
‘Zorg voor duidelijke communicatie met de leraar; over wat er door de leerlingen gedaan moet worden. Zo ben je goed op de hoogte van de manier waarop je de feedback aan de docent kan doorgeven zodat er ook echt iets mee gebeurt en ben je echt bij het proces betrokken. Verder is het vooral belangrijk dat de student heel gemotiveerd is.’
Wat was het leukste aan jouw jaar als PAL-student?
‘Ik vond de interactie met de leerlingen en de docenten het leukste. Ik werd behandeld als een soort docent, omdat ik mocht helpen met practica, en omdat ik bijles gaf. Ik kreeg een inkijkje in het lesgeven, en vond het leuk om die kans te krijgen. Het allerleukst was om bijvoorbeeld een leerling te helpen die eerst alleen drieën haalde, en na hulp opeens een acht of een tien haalde. Ik denk dat een aantal leerlingen het jaar hebben gehaald door mijn steun. Dan voel je wel hoe leuk het kan zijn om in het onderwijs te werken. Als ik kernfusie niet zo interessant zou vinden, zou ik het wel leuk vinden om in het onderwijs te werken. Het is zeker een interessant beroep, maar nu heb ik eerst nog een andere ambitie.’