Interview Wim Kokx

We zijn op het op het Picasso Lyceum in Zoetermeer en spreken met directeur Wim Kokx over de deelname van de school aan het Innovatieconcept Onderwijsteams. Drie jaar geleden is de school al begonnen met het werken met onderwijsondersteuners binnen leerdomeinen. Deelname aan Onderwijsteams geeft de mogelijkheid om deze bestaande werkwijze te versnellen en te verdiepen.  Wim neemt ons mee in zijn overweging om met onderwijsondersteuners te gaan werken: “Het is zonde om gezien het lerarentekort leraren werkzaamheden te laten doen die ook door anderen gedaan kunnen worden. Ook bedrijfsmatig is het interessant om met onderwijsondersteuners te werken. Ze kunnen docenten net even wat werk uit handen nemen, waardoor de werkdruk minder wordt en docenten de tijd hebben om met nieuwe innovaties aan de slag te gaan. Soms willen docenten even met een groepje collega’s overleggen, een afspraak kwam vroeger moeilijk tot stand omdat ze les moesten geven. Nu kan een onderwijsondersteuner even inspringen en komen dit soort afspraken veel makkelijker tot stand. ’t Zijn kleine veranderingen, maar ze werken wel!”
Nieuw voor het Picasso Lyceum is dat ze willen gaan werken met onderwijsondersteuners op twee niveaus. Dat is een uitdaging. “We gaan veel meer dan voorheen echt kijken welke taken primair bij de docent horen, en welke taken bij de verschillende onderwijsondersteuners horen. We gaan dus ook structureel regelen wat docenten straks niet meer gaan doen. Onderwijsondersteuners krijgen daarmee ook een duidelijke verantwoordelijkheid en plaats in de organisatie en zijn niet meer alleen ‘de extra handen’”, aldus Wim Kokx.
Hij heeft snel een antwoord op de vraag waar een onderwijsondersteuner aan moet voldoen. “Natuurlijk is vooropleidingsniveau wel van belang , maar vooral de houding en het enthousiasme zijn belangrijk! Je moet leerlingen leuk vinden en collega’s uit de brand willen helpen!
Heb je nog een tip voor andere scholen?
“Toen wij begonnen met deze manier van werken zijn we eerst te rade gegaan bij scholen die al met assistenten werkten. We wilden proberen niet in dezelfde valkuilen te stappen.  Een van de zaken die we daaruit leerden is dat een onderwijsondersteuner de kans loopt te verdrinken in de veelheid van verzoeken van docenten. Wij hebben duidelijk geregeld dat er per domein één persoon is die de onderwijsondersteuner aanstuurt: niet tien maar één baas!
En, ik weet niet of het echt een tip is, maar wij hebben eerst de formatieve ruimte voor onderwijsondersteuners gecreëerd en zijn daarna pas echt met de taken gaan schuiven. Die ruimte kun je ook creëren door de subsidie die we ontvangen doordat we meedoen aan het Innovatieconcept Onderwijsteams.”